- Actueel
- 13 June 2022
“De energietransitie draait vooral om leren van én met elkaar.”
Duurzame gebiedsontwikkeling door de ogen van Yvonne en Frederik
Van de Regionale Energiestrategie tot de buurtbatterij: Yvonne van der Hulst en Frederik de Bruijne houden zich dagelijks bezig met duurzame gebiedsontwikkeling. Zij als algemeen directeur van Van der Hulst Bouwbedrijf en hij als managing partner en strateeg gebiedsontwikkeling bij Gloudemans. In de serre bij Frederik thuis gaan ze in gesprek over hun visie, ambities én verwachtingen rondom dit thema. Hoe zijn zij betrokken geraakt bij duurzame gebiedsontwikkeling? Waar ligt de focus nu? En hoe zien zij de toekomst voor zich?
Nog voordat het interview start, zijn Yvonne (die in 2020 werd genomineerd als bouwvrouw van het jaar) en Frederik al in een geanimeerd gesprek verwikkeld. Ze hebben elkaar in 2011 leren kennen tijdens de ontwikkeling van Hooghkamer in Voorhout waar Yvonne duurzame woningen wilde ontwikkelen. Frederik heeft– samen met zijn collega’s – Yvonne mogen adviseren over grondverwerving. De aanpak van Hooghkamer, een nog te ontwikkelen vinexlocatie, was complex. Het was één van de eerste projecten die volgens de Grex-wet werd uitgevoerd. Een intensieve samenwerking tussen Yvonne en Frederik kwam tot stand, waar beiden met veel plezier op terugkijken.
Hoe zijn jullie eigenlijk betrokken geraakt bij duurzame gebiedsontwikkeling, Frederik?
“Van 2004 tot 2006 heeft Gloudemans een bijdrage geleverd aan de alternatieve toepassing van een oude olieleiding voor het transport van CO2 naar tuinbouwbedrijven,” vertelt Frederik. “We gebruikten daarvoor een olieleiding die in 1982 buitengebruik is gesteld. Dat was toen een nieuwe manier van werken en denken. De leiding loopt van Rotterdam Botlek naar het Westelijk Havengebied van Amsterdam en is 86 kilometer lang. Met onze kennis over zakelijke rechten hebben wij het hergebruik van deze leiding mogelijk gemaakt. Met dit project is duurzame gebiedsontwikkeling voor mij begonnen.”
“Ik wilde me met Van der Hulst Bouwbedrijf richten op het bouwen van huizen waarin de mens centraal staat. Niet zoals anderen dat destijds deden met passieve huizen,” vertelt Yvonne. “Daarom hebben wij ons in 2013 aangesloten als founding partner bij Active House Nederland. Bij dit concept staat het bouwen van gezonde gebouwen waarin bewoners het hoogst mogelijke wooncomfort ervaren centraal. Comfort, energie en milieu moeten in balans zijn zodat de gebruiker en zijn gezondheid centraal staan. De installatietechniek moet simpel en makkelijk bedienbaar zijn: dát is het uitgangspunt. Hooghkamer is het eerste project waarbij wij vanuit de visie van Active House zijn gaan bouwen. Dit hebben we gecombineerd met innovatie op het gebied van installatietechnieken en energieconcepten.”
De installatietechniek moet simpel en makkelijk bedienbaar zijn: dát is het uitgangspunt.
Frederik: “Is deze benadering ook waar jullie focus nu ligt?”
Yvonne begint te stralen en vertelt trots: “Ik denk dat we als bouwbedrijf echt wel kunnen zeggen dat we een duurzame bouwer zijn. We zijn koploper op het gebied van duurzaam bouwen. Ik ben, eerder dan dat anderen het aandurfden, begonnen met 0-op-de-meterwoningen voor particulieren. De insteek is om de bewoner te ontzorgen en tegelijkertijd te faciliteren op het gebied van energie. Inmiddels bouw ik plus-op-de-meterwoningen. Hier wordt netto meer energie opgewerkt dan nodig is. De overtollige energie wordt in thuisbatterijen of buurtbatterijen opgeslagen en gaat zo niet verloren. Dan krijg je geen piekbelasting op het netwerk.”
“Het balanceren van energie en het slim gebruik maken van installaties zijn heel belangrijke thema’s geworden in ons werk. Neem bijvoorbeeld de vraag die wij kregen om honderd modulaire woningen te plaatsen naast een hotel. Deze woningen kunnen pas over 2,5 jaar aangesloten worden op het elektriciteitsnetwerk. Vanwege deze netcongestie zijn we aan het zoeken naar een passende oplossing om de energie te balanceren. In dit geval kan de grote zakelijke aansluiting van een hotel de oplossing bieden. In combinatie met de batterij is het ook mogelijk om auto’s elektrisch op te laden. Iets waar de hotelgasten ook weer van kunnen profiteren,” vertelt Yvonne.
“En dat is waar het om gaat op dit moment,” beaamt Frederik. “We moeten het probleem van netcongestie omzeilen om zo het beoogde aantal van 100.000 nieuwe woningen per jaar te kunnen realiseren. Dat vraagt om slimme systemen en samenwerkingen tussen partijen die eerder niet persé met elkaar om tafel hoefden. Op dit gebied kan Gloudemans van grote waarde zijn. Wij spreken de taal van gemeenten, ontwikkelaars én bewoners. Daarom kunnen wij bemiddelen tussen deze partijen. Op deze manier hebben wij Yvonne ook ondersteund bij het verwerven van grond tijdens het project in Hooghkamer. Er moet namelijk veel gebeuren voordat je daadwerkelijk kan gaan bouwen. We hebben vele gesprekken gevoerd met de gemeente en geholpen bij het vastleggen van afspraken. Onze expertise op het gebied van overeenkomsten, financiën en ruimtelijke regelgeving komen hierbij uiteraard van pas. Ook als het gaat om het realiseren en vastleggen van lokaal eigendom trouwens. Nog zo’n belangrijk thema als het gaat over de energietransitie!”
We moeten het probleem van netcongestie omzeilen om zo het beoogde aantal van 100.000 nieuwe woningen per jaar te kunnen realiseren.
“Jullie expertise was precies wat wij nodig hadden op dat moment,” beaamt Yvonne. “Er moesten strategische keuzes worden gemaakt bij de onderhandelingen met de gemeente. Enorm complex allemaal. Jullie hebben mij enorm geholpen met het ontwikkelen van de strategie. Zonder Gloudemans had ik het niet gekund.”
Yvonne: “Waar ik wel benieuwd naar ben: hoe draagt Gloudemans als marktpartij bij aan de energietransitie?”
Daar hoeft Frederik niet lang over na te denken. “Dat begint al bij grondbeleid. Gloudemans is in 2021 benaderd door het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie. Dat was een leuke opdracht,” vertelt Frederik. “We hebben toen in algemene zin advies gegeven over grondspeculatie bij de ontwikkeling van windmolenparken en zonneweides. Het ging vooral over hoe je omgaat met instrumenten voor grondbeleid om gestelde doelen te bereiken.”
Het punt is volgens Frederik dat niet alle gemeenten actief grondbeleid voeren. “En dat hoeft ook niet altijd, maar het is wel nodig als je maatschappelijke ambities wilt bereiken, bijvoorbeeld op het gebied van de klimaatopgave. We willen graag dat duurzame energie wordt opgewekt op een locatie dicht bij de vraag, in combinatie met andere functies én ook nog met oog voor ruimtelijke kwaliteit. Dat is nogal een stapeling van maatschappelijke doelen. Onze belangrijkste boodschap in het advies was het vergroten van bewustwording over de betekenis van grondbeleidsinstrumenten.”
Yvonne denkt even na en zegt dan: ‘Wij zitten als bouwbedrijf meer op de uitvoering. Mijn motto is: benut iedere gebouwde vierkante meter en leg daar alles vol met zonnepanelen. Ik vergelijk het vaak met software waarbij je iedere woning als een IP-adres moet zien. De woningen worden virtueel gekoppeld met een gateway waardoor je met goede energiemanagementsoftware de hele opwek kunt gaan delen.”
Mijn motto is: benut iedere gebouwde vierkante meter en leg daar alles vol met zonnepanelen.
Frederik: “Hebben dan alleen nieuwbouwwoningen hier profijt van?”
“Nee, juist niet,” aldus Yvonne. “Met de grote hoeveelheid energie die de nieuwbouwwijk opwekt en het gebruik van de buurtbatterij om deze energie op te slaan, is het ook mogelijk om bestaande woningen in de omgeving te adopteren op het net. Bij de nieuwbouwwijken in Hooghkamer zitten we nu in de eindfase. Op een andere plek ben ik bezig met ongeveer 54 plus-op-de-meter nieuwbouwwoningen. Daarnaast zit een stukje industrieterrein en aan de andere kant zit een bestaande woonwijk. Als ik dit combineer met de energieopslag, dan zit ik eigenlijk nog steeds in hetzelfde netwerk. Dan kan ik het dus aan elkaar koppelen.”
“Mooi voorbeeld. Bij de energietransitie gaat het vooral om het leren van elkaar, vind ik. Hoe kijk jij daar tegenaan, Yvonne?”
“Klopt, daarom was het ook zo mooi dat de RES-regio Holland Rijnland onlangs op bezoek is geweest bij Hooghkamer. Vanwege corona heb ik toen midden in de wijk een presentatie gegeven over de buurtbatterij. Eigenlijk was het heel passend op deze manier. Iedereen had de moeite genomen om te komen kijken. Zowel ambtenaren als bestuurders kwamen langs, dat was heel waardevol.”
Frederik knikt instemmend. “Al doende wordt de werkwijze langzaam maar zeker duidelijk. We moeten elkaars taal leren spreken om duurzame gebiedsontwikkeling mogelijk te maken en de gestelde doelen te behalen. Daarin moeten we ook de netbeheerders, de planologen en natuurlijk de duurzaamheidsmensen meenemen.”
We moeten elkaars taal leren spreken om duurzame gebiedsontwikkeling mogelijk te maken.
“Leuk is dat wij ook vanuit Brussel, dus Europa, gemonitord worden in twee delen van de wijk Hooghkamer op het gedrag van de bewoner,” vertelt Yvonne. “Dus hoe gedraagt de bewoner zich in een wijk waarbij de energie op deze manier is georganiseerd? Wij kunnen als ontwikkelende bouwer van de thuisbatterij en de buurtbatterij aanschuiven bij workshops. Vragen die gesteld worden zijn bijvoorbeeld hoe ze deze manier van energiehuishouding ervaren. De workshops hebben ons gereedschap gegeven om een energie-app te ontwikkelen. De bewoners krijgen bijvoorbeeld advies op welk moment ze het best hun auto kunnen opladen. Ze sparen dan extra bonuspunten zodat ze bijvoorbeeld een gratis aantal kilometers kunnen rijden met de deelauto.”
Yvonne denkt daarom dat een buurtbatterij veel makkelijker te introduceren is. “Het levert geen gevaar op én kost ook geen ruimte in eigen huis. Aan een buurtbatterij zitten geen nadelen. Het is eigenlijk een win-winsituatie. Het punt is alleen dat de Nederlandse regelgeving nog niet helemaal meewerkt. Die buurtbatterij die ik geïntroduceerd heb in de wijk is m’n eigen investering geweest om aan BV Nederland te laten zien dat het kan, maar hij staat nog op privaatrechtelijke grond. Publiekrechtelijk is dit nog niet te organiseren. Dat is jammer.”